© Rootsville.eu

Boogie Boy (B)
Rhythm 'n Blues
Labo Café Kampenhout
(14-06-2021)
report: Steven Kauffmann & photo credits: Anja Cleemput


info club: Labo Café
info band:
Boogie Boy

© Rootsville 2021


Het was weer Boogie Boy Time en een breed grijnzende Paul Ambach gaf dit zonder woorden al aan vanonder zijn fedora toen het het mooie atrium van de Kampenhoutse Witlov-brouwerij binnenliep met een fine fleur aan muzikanten, zijnde Eric Bosteels aan drums (hij verdiende ruimschoots zijn sporen bij o.a. Hooverphonic), superbassist Carlo Van Belleghem en neusje van de zalm van vandaag de onmiskenbaar altijd monumentaal steengoede (in eender welke constellatie of het nu bij Soulsister / Clouseau is of met zijn jazzvrienden Bruno Castelluci en Patrick Deltenre, …). Luidkeels aangekondigd als “The Rabbi of the Rhythm” gaf Paul meteen een puike demonstratie van zijn vocale power (zéér indrukwekkend voor een ondertussen 73-jarige) tijdens een direct al kolkend “Stormy Monday” … Hij galoppeerde zijn stem alle hoeken en krochten van het historische kader/atrium in en zette zijn imposante scheur naar hartenlust ostentatief open: hier huist duidelijk nog een jonge man in een stilaan wat ouder wordend lichaam, but the fire still is burning in da belly :-)

Een eerste gierende solo werd ten berde gebracht door Eric Meylaerts tijdens een gebalde versie van “Tobacco Road”, waarin ook Carlo van B mocht schitteren op zijn machtige basinstrument. Ondertussen waren we aangekomen bij het hoofdstuk Muddy Waters en doceerde professor Ambacht op geheel spontane wijze het vak bluesgeschiedenis; iedereen hing instantgewijs aan zijn lippen ! Alsof hij bij wijze van gimmick even hoogstpersoonlijk in de huid van Mozes kroop, beitelde hij zijn versie van “Hoochie Coochie Man” in stenen tafelen, terwijl de als een Claptoneske of BBachtige God solerende Eric Melaerts regelmatig zijn snarenwonder wisselde, want hij had meerdere, fraaie exemplaren meegebracht naar het gezellige podium van deze idyllissche brouwerij :-)

Het hele optreden zinderde van de passie en goesting en Boogie “Paul Ambach” Boy zijn stem gromde en het stormde, borrelde, kolkte en klotste bijwijlen dat het geen aard had tot groot jolijt van de dankbare aanwezigen. Boogie Boy beroerde het zwartwitivoor in a soulful key, en hij bleef de vocale Tom Waits in zichzelf ontketenen als ware hij een hevig pruttelende vulkaan die op springen stond … Voorst wist hij ons diets te maken dat “Got My Mojo Working” handelt over de lotgevallen van een talisman en liet hij Eric Meylaerts tijdens de backings in het refrein opdraven als een ware Farinelli-sopraan. Ook was er het obligate drummoment ingebouwd tijdens hetwelk ene “Eric B” helemaal voluit mocht gaan en daar zelf ook zichtbaar van genoot … !

Over naar BB King zijn “Let the Good Times Roll” met ingebouwde Hidoho sessie met het zanglustige publiek en het ijs bleek definitief gebroken; vanaf dan zou het alleen nog maar crescendo gaan. Dat deed het ook mits dé BB King Classic “Thrill is Gone” en daarna nog wat quintessentiële Ray Charles (een ontmoeting tussen beiden is vindbaar op youtube) met zijn anthem “Georgia” bij wijze van hommage aan the genius of soul. Ray Charles bleef in je oor hangen met een vinnige versie van “I got a Woman” die swingde als een – ahum – tiet. Enne het moet gezegd vanaf de eerste seconde zat de sfeer erin en dat zou onmiskenbaar de ganse avond zo aanhouden. Dan weer een sprongetje richting BB King mits diens “How Blue Can You Get” in een werkelijke royale versie. Voor Boogie Boy maakt het niet zoveel uit of hij nu voor 20 man in een cafeetje speelt of voor 15000 manschappen op de Bal National, hij drijft louter op de “vibe” met zijn publiek ! Tijdens dit magnum opus deed Eric Melaerts zijn keure gitaren huilen, grommer en fileren. No love after love here with this couple breaking up … Opgediept werden daarna volop de cimbaal- en paukenslagen tijdens “What d’I Say” een floorkiller van alwéér – maar geheel terecht – Ray Charles met Eric Melaert in een glansrol op een turkooisen Gibson (die onmiskenbaar aan de Archiduc deed denken … B

oogie Boy zachte tijdens de obligatie tuinwandeling ei zo na de zandbak in, bedankte zijn publiek uitvoerig en maakte alvast een afspraak tot de volgende keer. Na de bijna noodlottig uitgevallen, wat onhandige moves in en rond de zandbak kon de hernia bluestrain worden verdergezet met de grande finale, waarin ook mijn persoonlijke idool, de wereldwijd door miljoenen fans betreurde en door mij ook bijzonder gemiste Mister Joe Cocker. Een optreden van Boogie Boy dat is tonnen ambiance en charisme van de oude vos die je zoals Jo met de Banjo dat deed in zijn gloriejaren aanvuurt en monimentort tot uitzinnige collectieve zandstonden, bovendien regende het de ganse avond grapjes tussen E. Melaerts en BB !

Deze wervelende show annex therapeutische sessie werd besloten met de kraker “Unchain My Heart” in een soulvolle, persoonlijke interpretatie. De “Rabbi of the Rhythm importeerde nog een flard Hebreeuws in de zinswendingen en eerder ultiem nog SatchMo zijnde niemand minder dan ene Louis Armstrong daarbij aanmanend om ons niet te laten gaan handschudden : “Don’t shake hands, it’s forbidden by law” zoals zo die gemeenschappelijke handreiking in dat stokoude, maar toch nog altijd zo mooie liedje wordt beschreven, zeker de warme gitaartonen van E. Meylaert zorgen hier voor wonderwel welslagen van deze songh … Na nog een wandelingetje rakelings langs de zandbak verzoekte de eldering general en statesman of the Belgian Blues nog iets in “B Flat” aan en dat werd om te besluiten, Ray Charles zijn wereldhit “I can’t Stop Loving You”, met nog een scheut “ik ben zo eenzaam zonder jou” die er en passant humorvol werd bijgelapt, nog éénmaal weerklonk het refrein van het voor deze avond zo typerende “Let The Good Times Roll” Eric B gaf nog een lap in extremis op zijn gitaar, en dit gezellige samenzijn, werd in onderling akkoord en een unaniem conclaaf besloten. Alweer een heerlijke avond was voorbijgevlogen